Rozen snoeien

Door rozen te snoeien zorgen we ervoor dat de plant een open vorm behoudt. Dat is belangrijk voor de gezondheid en een rijke bloei, want rozen houden van licht en lucht. Met deze tips hoeft u zich nooit meer af te vragen of u het wel goed doet.

Wanneer snoeien?
De grote snoeibeurt vindt plaats in de eerste weken van maart, als de groeiknoppen beginnen te zwellen. Vroeger snoeien kan leiden tot beschadigingen bij vorst, later snoeien verspilt de energie die de plant voor zijn groei nodig heeft. Snoei nooit als het vriest.

Techniek
Goed gereedschap is het halve werk. Zorg altijd voor een scherpe, schone snoeischaar, want een rafelige snede kan de scheut doen afsterven. Begin met het wegsnoeien van alle dode en zieke takken. Daarna kunt u overgaan tot de vormsnoei. Zoek de ogen op - de verdikkingen waar de roos nieuwe scheuten maakt - en knip de steel schuin af, zo’n halve centimeter boven een oog dat naar buiten wijst. Hierdoor zal de plant in de breedte uitgroeien, waardoor zon en lucht meer toegang krijgen. Een algemene richtlijn: snoei elke scheut op 2 à 4 ogen of zo’n 15 cm hoogte.

Stamrozen en klimrozen
Rozen snoeit u net als trosrozen en grootbloemige rozen: op 2 à 4 ogen vanaf de plek waar de takken uit de stam komen. Bij klimrozen gaat het om de ontwikkeling in de hoogte. Laat daarom de doorgaande takken hun gang gaan en knip de zijtakken terug tot zo’n 2 cm van de hoofdtak.

Zomer- en herfstsnoei
In de zomer beperkt u zich tot het weghalen van de uitgebloeide bloemen. Als zich wilde scheuten vormen, dan kunt u die het beste meteen bij de stam snoeien. Staan uw rozen in een winderige omgeving, dan kunt u de langste scheuten in november zo’n 15 tot 25 cm inkorten. Dit vermindert het risico op het loswaaien van de wortels.

Meer weten?
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer wilt weten over het snoeien van rozen. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Nieuwsbrief